Verzorging van aardbeienplanten

aardbeienplanten bemesting (koemest, stalmest, stikstof, kali)

Als basisbemesting is een gift van gedroogde koemest of oude stalmest ideaal. De pH voor aardbeienplanten moet, afhankelijk van de grondsoort, tussen 5 en 6 liggen.

Stikstof dient ongeveer 4 weken na het planten gegeven te worden 1 tot 2 kg per 100m2 Kalitoestand dient vooral tijdens de pluk op een optimaal niveau te liggen.

Kali zorgt voor sterke vruchten en een mooie kleur. Een onderhoudsbemesting van 2 kg per 100m2 op zandgrond en 3 kg op zeeklei is voldoende.

Belangrijkste teeltmaatregelen voor en na het planten

Zet de aardbeienplanten direct na ontvangst tot aan de kraag, met de wortels goed verspreid en stevig aangedrukt, in een goed bemeste grond. Bij droog weer de jonge planten plm 14 dagen goed vochtig houden, zodat ze vlot aan kunnen slaan.

Hierbij moet vooral de verdamping van de planten gecompenseerd worden met beregening. Alleen de grond vochtig houden is niet voldoende. Plantafstand in de rij : 25 tot 30 cm; rijenbreedte 50 tot 75 cm. Een en ander afhankelijk van uw teeltsysteem.

Schets van juiste plantmethode

De juiste plantdiepte voor aardbeiplanten is belangrijk. Bij te diep planten is het gevaar voor stengelbasisrot erg groot, terwijl bij te ondiep planten de kans op uitdrogen toeneemt.


Een goed teeltsysteem voor de beste aardbeienplanten

De teelt van aardbeienplanten

Aardbeienplanten groeien op nagenoeg alle grondsoorten. Het gewas stelt wel hoge eisen aan de structuur van de grond: Tray Aardbeiplant stek een goede lucht- en waterhuishouding is erg belangrijk, de bodem moet goed doorwortelbaar zijn terwijl de grondwaterstand 80 tot 100 cm onder maaiveld dient te liggen. Daarnaast moet de grond tijdig bewerkt worden om goed te kunnen bezakken. Op zandgronden kan men gebruik maken van een vorenpakker, waardoor de periode tussen ploegen en planten veel korter kan zijn. Soms is het gunstig de grond 80 tot 100 cm diep los te maken.

Iedere grond is anders en dus is het moeilijk om een algemeen advies te geven. Om fouten en teleurstellingen te voorkomen kan men het beste vooraf een deskundige raadplegen. Verder moet de grond vrij zijn van aaltjes. Bij twijfel zal een grondonderzoek de eventuele noodzaak van een ontsmetting aantonen.

  • Frigo aarbeienplant - Deze is 10 tot 12 mm en moet alleen gezien worden voor productie in het volgende jaar.

Bemesting

Als basisbemesting is een gift van 80-100 ton oude stalmest ideaal. Natuurlijk dient u rekening te houden met de landelijke wetgeving omtrent toediening van mest. Verse stalmest, drijfmest, kippenmest en champignonmest moeten bij voorkeur in de herfst van het voorgaande jaar toegediend worden. Een bijbemesting met een NPK-meststof mag men pas geven als de planten goed aan de groei zijn.

Voorraadbemesting met een langwerkende meststof voor het planten, zorgt ervoor dat het gewas regelmatig kan beschikken over voedingsstoffen. De dosering hangt af van de bemestingstoestand. Een bemesting moet men altijd op een droog gewas geven. Als het daarna niet regent, dient men te beregenen.

De pH voor aardbeienplanten moet, afhankelijk van de grondsoort, tussen 5 en 6 liggen. Stikstof dient ongeveer 4 weken na het planten gegeven te worden (maximaal 50 kg pure Stikstof). Sommige aardbeienplanten rassen mogen met maximaal 25 kg bemest worden. Veel stikstof geeft altijd weke vruchten. De optimale PW waarde ligt tussen 21 en 30. In dat geval is een onderhoudsbemesting met 120 kg fosfaat voldoende.

Kalitoestand dient vooral tijdens de pluk op een optimaal niveau te liggen. Kali zorgt voor sterke vruchten en een mooie kleur. De optimale K-waarde is ongeveer 13. Een onderhoudsbemesting van 200 kg op zandgrond en 280 kg op zeeklei is voldoende. Kali beperkt het optreden van meeldauw en phytopthora.

Belangrijkste teeltmaatregelen voor en na het planten

van aardbeienplanten
  • Zet de planten direct na ontvangst tot aan de kraag, met de wortels goed verspreid en stevig aangedrukt, in een goed bemeste grond.
  • Bij droog weer de jonge planten plm 14 dagen goed vochtig houden, zodat ze vlot aan kunnen slaan. Hierbij moet vooral de verdamping van de planten gecompenseerd worden met beregening. Alleen de grond vochtig houden is niet voldoende.
  • Plantafstand in de rij : 25 tot 30 cm; rijenbreedte 75 tot 100 cm. Een en ander afhankelijk van uw mechanisatie en teeltsysteem.
  • Ter voorkoming van mijt, spint of luis-schade, de aanplant intensief controleren en zonodig een bestrijding uitvoeren met de daarvoor toegelaten middelen.
  • Vruchtrotbestrijding met de daarvoor toegelaten fungiciden.

Schets van juiste plantmethode van aardbeienplanten.

De juiste plantdiepte voor aardbeienplanten is belangrijk. Bij te diep planten is het gevaar voor stengelbasisrot erg groot, terwijl bij te ondiep planten de kans op uitdrogen toeneemt.

Aardbeien plantmethode

aardbeienplanten, aardbeienplanten, aardbeienplanten, aardbeienplanten.